Soms lijken dromen zo echt dat ze je behoorlijk doen zweten. Zo vertelt de ik-figuur, een schattige , zijn droom over de nacht dat er plotseling een Siberische tijger naast hem in bed ligt. Eerder kreeg hij al bezoek van een heuse nijlkrokodil, dus hij weet onmiddellijk wat hem te doen staat. Met de slapende tijger in z’n armen rent de jongen naar buiten om op de bus richting zoo te stappen. Maar hij ziet vlak voor zijn neus de laatste bus wegrijden, dus nu zal hij die snurkende kolos de hele weg door de stad moeten dragen. Wanneer het tweetal na een zware wandeling bij de zoo arriveert, staat de poort open. Het jongetje vreest het ergste, maar al snel wordt duidelijk dat zijn vrees ongegrond is. De Indische olifant, de slangen, de apen, de giraffen en zelfs de nijlkrokodillen slapen dit keer allemaal vredig op hun eigen plekje, enkel de tijgerkooi staat er open en verlaten bij. Onze held deponeert de slapende tijger kordaat in zijn kooi en draait voor alle zekerheid de sleutel twee k…
Read more
Soms lijken dromen zo echt dat ze je behoorlijk doen zweten. Zo vertelt de ik-figuur, een schattige , zijn droom over de nacht dat er plotseling een Siberische tijger naast hem in bed ligt. Eerder kreeg hij al bezoek van een heuse nijlkrokodil, dus hij weet onmiddellijk wat hem te doen staat. Met de slapende tijger in z’n armen rent de jongen naar buiten om op de bus richting zoo te stappen. Maar hij ziet vlak voor zijn neus de laatste bus wegrijden, dus nu zal hij die snurkende kolos de hele weg door de stad moeten dragen. Wanneer het tweetal na een zware wandeling bij de zoo arriveert, staat de poort open. Het jongetje vreest het ergste, maar al snel wordt duidelijk dat zijn vrees ongegrond is. De Indische olifant, de slangen, de apen, de giraffen en zelfs de nijlkrokodillen slapen dit keer allemaal vredig op hun eigen plekje, enkel de tijgerkooi staat er open en verlaten bij. Onze held deponeert de slapende tijger kordaat in zijn kooi en draait voor alle zekerheid de sleutel twee keer om in het slot. Wanneer hij opnieuw knus in zijn bed ligt, verstopt de kleuter de sleutel veiligheidshalve onder zijn kussen en slaapt dan met een gerust hart verder.
De illustraties geven de dromerige sfeer perfect weer. Enkel de jongen, zijn knuffelkonijn en de — overigens erg snoezig getekende — tijger zijn in realistische tinten ingekleurd. De omgeving wordt weergegeven in vage lijntekeningen, vaak in fluorescerend wit. De achtergronden zijn geschilderd in mysterieuze tinten van paars, bruin, groen en blauw en op elke plaat zijn wonderlijke witte sterrenlichtjes zichtbaar. Visueel is het dus overduidelijk dat deze kleuter zich in dromenland bevindt.
Kleuters en ouders zullen het vervelende probleem van nachtelijke angsten voor akelige, gevaarlijke creaturen in of onder het bed ongetwijfeld meteen (h)erkennen. Maar het mooie is dat Guido van Genechten meteen ook een aantal bruikbare handvatten meegeeft om met dergelijke angsten om te gaan. De kleuter brengt de dieren zonder pardon terug naar hun zoo. De sleutel van de tijgerkooi stopt hij zelfs onder zijn kussen. Deze jongen slaagt er dus in om zijn angsten letterlijk ver van zijn veilige, warme bed te verplaatsen naar een ruimte waarover hij alleen de controle heeft. Pas daarna kan hij heerlijk verder slapen. Van Genechten laat hier op een sublieme wijze zien hoe het gevoel van mentale controle over bepaalde angsten kan helpen om ze verteerbaar te maken. Door het verhaal voor te stellen als een droom worden kleuters bovendien gewaar dat hun angsten vaak meer te maken hebben met voorstellingen in hun fantasie dan met realiteit, en dat is een belangrijke ontdekking.
[Katrien Maris]
Hide text