In 22 hoofdstukken 'verhaalt' de ik-figuur, de drukkerszoon Hans Stevenszoon Ortelius, over het zware leven tijdens de Franse bezetting van de stad Utrecht (eind 17e eeuw). De jeugdherinneringen worden emotievol en duidelijk beschreven. In ieder hoofdstuk wordt één belevenis verhaald, daardoor leest het plezierig. Het boeit direct, te beginnen met de kennismaking van enerzijds de levensgenieter Joris, die steeds Hans' pad kruist en anderzijds moeder en dochter Gartenstein, die een certificaat willen halen in Oudewater (Heksenwaag). Samen met dochter Lina ondervindt Hans hoe zwaar de anderhalf jaar durende, Franse bezetting drukt en ontdekt hij hoe vreemd mensen reageren, zoals de mysterieuze Gerrit-Jan. Uitstekend beschrijft de auteur de harde oorlogswereld. Het verhaal eindigt nogal onverwacht: de vernietiging van de stad door een noodweer (titel); Hans vraagt zich af wat er met zijn jeugdvrienden is gebeurd. Qua indeling, opzet en taalgebruik identiek aan de andere historische jeugdromans van de schrijfster. Een spannend boek voor 13-jarigen en ouder. Verberg tekst